Bij mensen die een longoperatie ondergaan wordt er vaak een gedeelte van een long of een hele long verwijderd. Een dergelijke operatie kan echter bepaalde bijwerkingen met zich meebrengen. Maar kan je als gevolg hiervan nog wel autorijden?
Wanneer is er sprake van een longoperatie?
Er kunnen verschillende situaties voordoen, waarin er besloten wordt om de longen te opereren. Zo kan er bijvoorbeeld sprake zijn van een zogenaamde klaplong. Deze kan ontstaan wanneer er lucht tussen de twee longvliezen komt. Hierdoor kan de long inklappen. De long is ten slotte elastisch, net als een ballon. Ook kan het zijn dan de patiënt bijvoorbeeld longkanker heeft. Bij mensen met een klaplong wordt er vaak een drain geplaatst. Dit is een dun slangetje dat wordt aangebracht tussen de ribben tussen het long- en borstvlies. Vervolgens zal de drain met een hechting aan de huid worden vastgemaakt. Bovendien zit de drain aangesloten op een mobiele afzuigpomp. Op deze manier kan de lucht tussen beide vliegen naar de pomp worden gezogen. Als er sprake is van een tumor in de long, zal deze vaak gedeeltelijk of volledig verwijderd worden. Hierbij is vaak een behandeling met chemo- en/of radiotherapie voorafgegaan.
Wat gaat er aan een longoperatie vooraf?
Voordat de longen geopereerd worden zal er eerst duidelijk moeten worden gesteld wat het probleem precies is. Hierbij zal er geluisterd worden naar de klachten en kan er eventueel verder onderzoek worden uitgevoerd. Hierbij kan er bijvoorbeeld röntgenfoto’s worden gemaakt of kan een MRI-scan of echografie bepaalde twijfels wegnemen. Vervolgens bestaat er een kans dat de longen dus geopereerd moeten worden. In dit geval zal de patiënt eerst uitgenodigd worden voor een preoperatief spreekuur. Hier zal hij dan uitleg krijgen over de voorgenomen ingreep. Ook zal er bekeken worden over er nog bepaalde speciale aandachtspunten zijn voor de ingreep. Daarnaast zal een poli-verpleegkundige een aantal controles bij de patiënt uitvoeren. Zo wordt er bloed geprikt en ECG (hartfilmpje) gemaakt. Tot slot zal er ook een gesprek plaats vinden met een anesthesioloog. Deze anesthesioloog is verantwoordelijk voor de verdoving tijdens de operatie.
Welke complicaties kunnen er optreden na de operatie?
Bij een operatie aan de long bestaat er altijd de kans dat er complicaties optreden. Zo kunnen patiënten na de operatie bijvoorbeeld last krijgen van een nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Als je hier last van krijg is het verstandig dit te melden bij de arts. Deze kan dan beslissen in hoeverre het nodig is om hier iets aan te doen.
Mag je na een longoperatie autorijden?
In principe mag je weer autorijden, als je weer helemaal hersteld bent van een longoperatie. Dit geldt ook voor andere vervoersmiddelen. Verder is het verstandig om de situatie met de arts te bespreken. Hij zal een passend advies geven op basis van de situatie. Bovendien kan het ook zijn dat je bepaalde morfineachtige pijnstillers gebruikt. Vaak is het dan ook niet toegestaan om met deze middelen auto te rijden. Aangezien deze de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden. Kijk dus goed naar de gele sticker…