In een tijd waarin de roep om duurzaamheid en elektrisch rijden steeds luider klinkt, blijk uit een analyse van het wagenpark van het kabinet dat slechts 2 van de 31 dienstauto’s volledig elektrisch zijn. Logisch dus dat er kritische geluiden klinken met betrekking tot de geloofwaardigheid van het kabinet, dat graag het goede voorbeeld geeft op gebied van duurzaamheid…
Duurzaamheidsambities van het kabinet versus de realiteit
Het kabinet heeft de afgelopen jaren ambitieuze plannen gepresenteerd om de transitie naar een duurzamere samenleving te versnellen, waarbij de focus voornamelijk lag op het bevorderen van elektrisch rijden. Het doel was duidelijk: het verminderen van de CO2-uitstoot en het stimuleren van een groener wagenpark. Echter is gebleken dat slechts 2 van de 31 dienstauto’s van het kabinet volledig elektrisch zijn. Deze tegenstrijdigheid tussen de plannen van het kabinet en de daadwerkelijke acties roept vragen op over de consistentie en geloofwaardigheid van het beleid. Deze onthulling legt de verantwoordelijkheid bij het kabinet om hun eigen duurzaamheidsinspanningen kritisch te evalueren en waar nodig aan te passen. Het is namelijk van belang dat beleidsmakers geloofwaardigheid tonen en hun woorden omzetten in daadwerkelijke acties. Transparantie en verantwoording zijn essentieel om het vertrouwen van het publiek te behouden en de overgang naar elektrisch rijden te bevorderen. Het is dan ook aan het kabinet om te bewijzen dat hun duurzaamheidsambities meer zijn dan louter woorden. Alleen dan kunnen zij een solide basis leggen voor een groenere toekomst en het vertrouwen van de samenleving herstellen.
20 van de 31 dienstauto’s zijn ‘half’-elektrisch
Van de 31 dienstauto’s blijken 20 dienstauto’s van het kabinet ‘half’-elektrisch te zijn. Wat toch al een stap in de richting van de duurzaamheidsambities die het kabinet nastreeft. Hoewel dit een positieve ontwikkeling is, doet het niet af aan het feit dat slechts 2 van de 31 auto’s volledig elektrisch zijn. Het kabinet heeft aangegeven dat in sommige gevallen de keuze voor ‘half’-elektrische auto’s te maken heeft met contractuele verplichtingen. Hoewel dit begrijpelijk kan zijn, roept het toch vragen op over de prioriteit die wordt gegeven aan duurzaamheid in de contractonderhandelingen. Het kabinet dient niet alleen ambitieuze plannen te presenteren, maar ook de daad bij het woord te voegen en consequent te handelen in lijn met de duurzaamheidsdoelstellingen. Het is namelijk van belang dat zij een voorbeeld stellen voor de samenleving.
Op deze manieren wordt door de overheid gestimuleerd om een elektrische auto aan te schaffen
De Nederlandse overheid heeft verschillende stimuleringsmaatregelen geïmplementeerd om de aanschaf van elektrische auto’s te bevorderen. Een belangrijke hiervan is de aanschafsubsidie, ook wel de ‘subsidie elektrische personenauto’s particulieren’ genoemd. Met deze subsidie kunnen particulieren een financieel voordeel tot wel enkele duizenden euro’s ontvangen. Dit kan bij zowel de aankoop als een lease van een nieuwe elektrische auto. Daarnaast profiteren elektrische auto’s van diverse fiscale voordelen. Bijvoorbeeld een lagere bijtelling voor zakelijk gebruik, vrijstelling van wegenbelasting en een lagere aanschafbelasting (BPM). Bovendien is er een uitgebreid netwerk van publieke laadpalen. Daarnaast zijn er subsidies beschikbaar voor de installatie van laadinfrastructuur bij particulieren en bedrijven.